Angst is in het leven van de moderne mens een grotere rol gaan spelen, constateerde psychiater Anna Terruwe al in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Ze zag daar verschillende oorzaken voor.
Een eerste oorzaak is die van de betere scholing. Grotere intellectuele ontwikkeling zorgt ervoor dat de wereld groter wordt, groter dan wat binnen handbereik is en met de zintuigen te genieten. Als de ruimte die we met onze geest overzien groter wordt, groeit ook de angst voor alles wat er mis kan gaan.
Een tweede oorzaak is het veranderde wereldbeeld. Onze voorouders leefden in een betrekkelijk kleine kring van mensen en een bepaald gebied. Dat gaf een zekere overzichtelijkheid en veiligheid. Inmiddels is onze mobiliteit enorm toegenomen en staan we voortdurend in contact met de hele wereld, zo lijkt het wel eens.
Een derde oorzaak is wat Terruwe de hyperfunctionaliteit noemde van de moderne mens. Veel contacten die we met elkaar hebben, zijn zakelijk of functioneel. Het gevoel krijgt daarbij geen antwoord, of het doet er niet echt toe. Dat maakt ons eenzaam, temidden van velen.
Een vierde oorzaak is de toegenomen wetenschap. Ons vermogen om de natuur te beheersen en naar onze hand te zetten is zo groot geworden, dat we veel minder vaak dan onze voorouders op onze grenzen stoten. Vroeger stonden mensen vrijwel dagelijks voor onbegrijpelijke gevaren, waarbij overgave aan de natuurkrachten, demonen of God de enige optie was.
Terruwe schreef: ‘Welke moderne mens begrijpt nog iets van de woorden van Jezus uit Mattheus 6: “Kijk naar de vogels van de hemel: ze zaaien niet en maaien niet en oogsten niet, je hemelse Vader voedt ze. Zijn jullie niet meer waard dan vogels? Wie van jullie kan met al zijn zorgen een el toevoegen aan zijn leven?” Dit vertrouwen vindt men nu zonder meer dwaasheid.’
*
Volgende keer: Angst in het religieuze leven. Een nieuw lemma uit de bevestigingsleer van Anna Terruwe.
Volg ons via Twitter of Facebook, of kom snel hier weerom.