Infiltratie van de rede in het gevoel

'Halbstarken', nozems in de jaren 1950.

‘Halbstarken’, nozems in de jaren 1950.

Mensen met een frustratieneurose – en daar zijn er veel van – zijn lichamelijk en verstandelijk wel volwassen geworden, maar in hun gevoelsleven niet. Omdat ze op cruciale momenten in hun jeugd niet gezien zijn, is hun gevoelsleven in sommige opzichten kinderlijk gebleven. Hun persoonlijkheid wordt bepaald door hun permanente behoefte naar erkenning, bevestiging.

Zo keek psychiater Anna Terruwe naar haar patiënten.

Heel worden begon als Terruwe haar patiënten kon bevestigen, ook op dat kinderlijke niveau. Als dat met liefde gezien was en niet meer weggestopt hoefde te worden, dan kon de patiënt verder groeien. Want dat is wat elk menselijk wezen het liefste wil: groeien, tot wasdom komen.

Maar alleen de ontwikkeling van het gevoelsleven is niet genoeg, stelde zij: ‘De rede moet het gevoel infiltreren’. Anders gezegd: er moet een gezonde basis gelegd worden van grenzen, van rekening kunnen houden met anderen en van het vermogen om afwegingen te maken.

Dat is precies waar een puber mee stoeit: enerzijds de groeiende vrijheid en het dieper wordende gevoel, anderzijds de noodzaak om grenzen te stellen, te respecteren en te aanvaarden.

De moderne cultuur lijkt langdurig puberale trekken te hebben, vond Terruwe. In haar tijd ontstond de jeugdcultuur van de ‘nozems’, die in het Duits veelzeggend ‘die Halbstarken’ werden genoemd.

*

Volgende keer: Seksualiteit en geloof: wegen tot verbinding. Een nieuw lemma uit de bevestigingsleer van Anna Terruwe.

Volg ons via Twitter of Facebook, of kom snel hier weerom.