Mondiaal mensbeeld

oogcontactIn de enkeling verschijnt de hele mensheid. Zo ver durfde Anna Terruwe te kijken, als ze haar patiënten ontmoette. En dat waren er duizenden, in tientallen jaren.

De frustraties en de verlangens van een persoon zijn bij alle mensen in alle culturen te herkennen. Ze noemde dit het ‘mondiaal mensbeeld’: het geldt altijd en overal. De oude wijzen hadden het er ook al over.

Wat zijn nu de constanten, in haar manier van kijken? Op de eerste plaats: dat mensen wezens zijn met verstand en gevoel, die op elkaar afgestemd zijn. We hebben beide nodig: in hun samenspel ontwikkelen wij ons.

Ten tweede: dat ontwikkelen of groeien doen we niet op onszelf, dat is onmogelijk. Er gebeurt pas iets als we met anderen verbonden zijn: de ontmoeting brengt ons bij onze eigen waarden. We hebben elkaars welwillende blik nodig om daarop te gaan vertrouwen – wat Terruwe bevestiging noemt.

Menszijn is in haar visie dus steeds menswording: we zijn voortdurend in beweging en in relatie met de wereld, met anderen en met het geestelijke of hogere. Dat is geen ontdekking van onze tijd, de oude Grieken schreven daar al over, en Thomas van Aquino in de dertiende eeuw.

Over menswording gaat het de volgende keer. Voor nu is belangrijk te vermelden dat Terruwe het ‘mondiaal mensbeeld’ beschouwt als ideaal dat al gegeven is. Anders gezegd: onze cultuur wordt in werkelijkheid gedragen door niet-bevestigde mensen, die zichzelf overeind houden via de schijnzekerheid van geld en spullen en via manipulatie van anderen. Maar in wezen zijn we ingesteld op het mondiaal mensbeeld. ‘We hoeven het alleen maar te ontginnen’, zegt ze.

*

Volgende keer: Menswording
Volg ons via Twitter of Facebook, of kom snel hier weerom.